mangat
- man·gat
- samenstelling van man en gat [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mangat | mangaten |
verkleinwoord | mangaatje | mangaatjes |
het mangat o
- een opening in een stoomketel of riool waardoor een man naar binnen kan. Een in het Nederlands veel gebruikelijkere term voor een mangat in een riool is 'put'.
- Hij viel in een open mangat en bezeerde zich lelijk.
1.
- Het woord mangat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mangat" herkend door:
70 % | van de Nederlanders; |
71 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ mangat op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be