mam
Niet te verwarren met: Mam |
- mam
- [A] van Latijn mamma "kindertaal voor moeder", vergelijk ook Frans maman [1]
- [B] via Middelnederlands mamme van Latijn mamma "vrouwenborst" [2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mam | - |
verkleinwoord | mammie | mammies |
[A] de mam v
- (informeel) vrouwelijke ouder
- ▸ ‘Lang zal ze leven, lang zal ze leven…’ zong ik opgewekt door de telefoon, maar al snel hoorde ik ‘hallo…hallo…ik hoor niks, mam’.[4]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mam | mammen |
verkleinwoord | mammetje | mammetjes |
- Het woord mam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mam" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ mam op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud |
---|---|
mam | mamau |
mam v