mainteneren/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van mainteneren | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | mainteneren | te mainteneren | ||||||
toekomend | zullen mainteneren | te zullen mainteneren | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gemainteneerd | te hebben gemainteneerd | ||||||
toekomend | gemainteneerd zullen hebben | gemainteneerd te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
maintenerend | gemainteneerd | ev. mainteneer |
mv. verouderd mainteneert |
maintenere | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | mainteneer | mainteneert | mainteneert | mainteneert | mainteneert | mainteneren | mainteneren | mainteneren | |
verleden (o.v.t.) | mainteneerde | mainteneerde | mainteneerde | mainteneerde | mainteneerde | mainteneerden | mainteneerden | mainteneerden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal mainteneren | zult/zal mainteneren | zult/zal mainteneren | zult mainteneren | zal mainteneren | zullen mainteneren | zullen mainteneren | zullen mainteneren | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou mainteneren | zou mainteneren | zou(dt) mainteneren | zoudt mainteneren | zou mainteneren | zouden mainteneren | zouden mainteneren | zouden mainteneren | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gemainteneerd | hebt gemainteneerd | hebt/heeft gemainteneerd | hebt gemainteneerd | heeft gemainteneerd | hebben gemainteneerd | hebben gemainteneerd | hebben gemainteneerd | |
verleden (v.v.t.) | had gemainteneerd | had gemainteneerd | had gemainteneerd | hadt gemainteneerd | had gemainteneerd | hadden gemainteneerd | hadden gemainteneerd | hadden gemainteneerd | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal gemainteneerd hebben | zal/zult gemainteneerd hebben | zult/zal gemainteneerd hebben | zult gemainteneerd hebben | zal gemainteneerd hebben | zullen gemainteneerd hebben | zullen gemainteneerd hebben | zullen gemainteneerd hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gemainteneerd hebben | zou gemainteneerd hebben | zou/zoudt gemainteneerd hebben | zoudt gemainteneerd hebben | zou gemainteneerd hebben | zouden gemainteneerd hebben | zouden gemainteneerd hebben | zouden gemainteneerd hebben |