luchthartig
- Geluid: luchthartig (hulp, bestand)
- lucht·har·tig
- In de betekenis van ‘onbekommerd’ voor het eerst aangetroffen in 1731 [1]
- afleiding van lucht en hart met het achtervoegsel -ig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | luchthartig | luchthartiger | luchthartigst |
verbogen | luchthartige | luchthartigere | luchthartigste |
partitief | luchthartigs | luchthartigers | - |
luchthartig
- zonder angst of vrees
- De luchthartige jongen wuifde alle angsten van zijn moeder weg.
- Het woord luchthartig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "luchthartig" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "luchthartig" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be