Een luchtballon.
  • lucht·bal·lon
  • In de betekenis van ‘luchtvaartuig waaraan een mand hangt’ voor het eerst aangetroffen in 1831 [1]
  • samenstelling van  lucht  en  ballon 
enkelvoud meervoud
naamwoord luchtballon luchtballonnen
luchtballons
verkleinwoord luchtballonnetje luchtballonnetjes

de luchtballonm

  1. (luchtvaart) luchtvaartuig bestaande uit een met gas of warme lucht gevulde ballon, waaronder een mandje voor passagiers hangt
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]