losse
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- los·se
Bijvoeglijk naamwoord
losse
- verbogen vorm van de stellende trap van los
Gangbaarheid
- Het woord losse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "losse" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Pennsylvania-Duits
Uitspraak
Woordafbreking
- los·se
Woordherkomst en -opbouw
vervoeging tegenwoordige tijd, aantonende wijs, bedrijvende vorm hele vervoeging zie losse/vervoeging | ||||
---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs |
losse | |||
verleden tijd |
(ich) hab gelosst | |||
voltooid deelwoord |
gelosst | |||
enkelvoud | meervoud | |||
1e persoon | ich | loss | mir / mer | losst |
2e persoon | du | losscht | dihr / der dihr / der dihr / der ihr / er ihr / er nihr / ner |
losse losst, losset losse losst losse losse |
3e persoon | er | losst | sie | n |
sie | losst | |||
es | losst |
Werkwoord
losse
- hulpwerkwoord laten
- overgankelijk laten
- onovergankelijk laten
- wederkerend zich laten
- achterwege laten (niet doen), verzuimen
- afleggen (bijv. een uitleg), achterlaten (bijv. een antwoord)
- goedkeuren, toelaten, toestemmen
- laten blijven, iets laten zijn
- zich iets openlaten (bijv. alle mogelijkheden)
Opmerkingen
- Duits: [5]: abgeben, hinterlassen
- Engels: [5]: (to) leave