loefzijde
- loef·zij·de
- samenstelling van loef en zijde
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | loefzijde | loefzijdes loefzijden |
verkleinwoord | loefzijdetje | loefzijdetjes |
de loefzijde m
- (scheepvaart) de kant waar de wind op staat
- naar de loefzijde
- naar de kant waar de wind vandaan komt
1. de kant waar de wind op staat
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord loefzijde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.