lijntekenen/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van lijntekenen
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		lijntekenen			te lijntekenen
	toekomend		zullen lijntekenen			te zullen lijntekenen
voltooid	tegenwoordig		gelijntekend			te gelijntekend
	toekomend		gelijntekend zullen			gelijntekend te zullen
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	lijntekenend		gelijntekend			ev. lijnteken	mv. verouderd lijntekent	lijntekene
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	lijnteken	lijntekent	lijntekent	lijntekent	lijntekent	lijntekenen	lijntekenen	lijntekenen
verleden (o.v.t.)	lijntekende	lijntekende	lijntekende	lijntekende	lijntekende	lijntekenden	lijntekenden	lijntekenden
toekomend (o.t.t.t.)	zal lijntekenen	zult/zal lijntekenen	zult/zal lijntekenen	zult lijntekenen	zal lijntekenen	zullen lijntekenen	zullen lijntekenen	zullen lijntekenen
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou lijntekenen	zou lijntekenen	zou(dt) lijntekenen	zoudt lijntekenen	zou lijntekenen	zouden lijntekenen	zouden lijntekenen	zouden lijntekenen
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij