leis
Niet te verwarren met: Leis |
- leis
- [A] via Middelnederlands leisse van Frans laisse [1][2]
- [B] van Middelnederlands leise; een (verkorting) van Kyrie eleison, van Oudgrieks Κύριε ἐλέησον (kúrie eléèson) "Heer, wees genadig" dat in verschillende Psalmen (4:2, 6:3, 9:14, 25:16, 27:7, 30:11, 31:10, 51:3, 86:16, 123:3) voorkomt en ook de naam is voor een gebed dat in de kerk samen wordt gezongen [3][4]
[A] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | leis | leizen |
verkleinwoord | - | - |
- (jachttaal) lange dunne riem aan de halsband om een jachthond vast te houden
- (…) toen Crawford binnentrad en de Balafré hem volgde, beschroomd en schoorvoetend, als een bulhond, die in weerwil van zich zelve, aan de leis wordt voortgetrokken (…) [5]
- (paardrijden) elk van de beide riemen die vastzitten aan de uiteinde van het bit waarmee een koetsier het paard kan sturen
- [2] leidsel
- [2] teugel
[B] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | leis | leisen |
verkleinwoord | - | - |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie met meervoud "leisen".
- (muziek) (religie) (christendom) godsdienstig lied, zoals gezongen bij grote vieringen als Kerstmis
- Neem als voorbeeld "Nu syt wellecome". (…) Ik denk dat het oorspronkelijk een Duits lied is. Het werd in de streek van Aken al in de 13de eeuw gezongen. Dan is het mondeling doorgegeven en bij ons is het een leis geworden. [6]
- Het woord leis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "leis" herkend door:
23 % | van de Nederlanders; |
23 % | van de Vlamingen.[7] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ 1 op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ leis op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "De Boogschutter van de Schotsche Lijfwacht." in: De Tribune jrg. 13 nr. 97 (27 januari 1920); p. 3 kol. 2/3; geraadpleegd 2019-02-21
- ↑ Sutter, I. deinterview in:Florquin, J.Ten huize van... 14. (1978) Davidsfonds, Leuven / Orion - Desclée De Brouwer, Brugge; ISBN 90 264 3538 X; p. 192; geraadpleegd 2019-02-20
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
leis
- vorm van le voor de derde persoon enkelvoud
- «Leis.»
- Met hem.
- «Leis.»