lanterfanter
- lan·ter·fan·ter
- Naamwoord van handeling van lanterfanteren met het achtervoegsel -er [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lanterfanter | lanterfanters |
verkleinwoord |
de lanterfanter m
- iemand die niets doet
- Hester is inmiddels op zoek naar haar vader. Ze wil hem dolgraag leren kennen. Haar moeder heeft wel steeds gezegd dat ze zoveel op hem lijkt en dat ze net zo’n lanterfanter is als hij, maar toch zou ze graag eens met hem willen praten. [3]
- In een grappige scène van De stand van de sterren, winnaar van het IDFA-festival, worden haastig een brommer en een televisie verstopt om een inspecteur van de armen-dienst om de tuin te leiden. In het derde deel van Leonard Retel Helmrichs documentaire-reeks rond de familie van oma Rumidja heeft lanterfanter Bakti het moeilijk. [4]
- slenteraar, lamzak, flierefluiter, geitenbreier, lijntrekker, straatslijper, straatloper, luiwammes, flierefluiter, nietsdoener, dagdief, leegloper, luilak, slapjanus, nietsnut
1.
- Het woord lanterfanter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ lanterfanter op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Reformatorisch Dagblad Herma Tramper-van Helden 25-02-2002 Hester spoort haar vader op en vindt een vriend
- ↑ De Telegraaf ERIC KOCH Updated 18 apr. 2013 De stand van de sterren