slapjanus
- slap·ja·nus
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slapjanus | slapjanussen |
verkleinwoord | - | - |
de slapjanus m
- slap, sullig persoon, slappeling
- (schimmels) bepaalde variëteit van het hazenpootje, een paddenstoel, Coprinopsis lagopus var. vacillans
- Het woord slapjanus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "slapjanus" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ slapjanus op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be