lansman
- lans·man
- samenstelling van Lans en man
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lansman | lansmannen |
verkleinwoord | - | - |
de lansman m
- (militair), (geschiedenis) iemand gewapend met een lans
- Ick seyde: dats mijn lieff, dat ghij een lansman bij u hebt ende houdt, want ten is nyet goet in vreemde landen alleen te wesen onder vreemde aensichten altijt.[1]
- Het woord 'lansman' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- lans·man
lansman
- (figuurlijk) lancering (bijv. van een nieuw product)