landsvrouwe
- Geluid: landsvrouwe (hulp, bestand)
- lands·vrou·we
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | landsvrouwe | landsvrouwen |
verkleinwoord |
- (politiek) de echtgenote van een landsheer; vrouw met territoriale soevereiniteit
- ▸ Ze vergat dat ze haar landsvrouwe verlof zou moeten vragen om te gaan, zo groot was haar angst.[2]
- vrouwelijke vorst
- Het woord landsvrouwe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Victoria Holt“In de schaduw van de troon” (1978), Saga, ISBN 9788726484885