manmoedige bewakers van de landgrens
  • lands·grens
enkelvoud meervoud
naamwoord landsgrens landsgrenzen
verkleinwoord

de landsgrensv / m

  1. (aardrijkskunde) de grens tussen twee landen
    • Enschede noemt zich de meeste Duitse stad van Nederland en wil dat de komende jaren gaan vertalen door de strategische ligging aan de landsgrens nog beter te gaan benutten. De administratieve grens moet zogezegd worden uitgegumd.[2] 
    • Qatar Airways, een van de meest luxueuze en populaire maatschappijen in de regio, mag voortaan niet meer over het grondgebied van de Arabische boycot-landen vliegen. En over land heeft Qatar, een schiereiland in de Perzische Golf, maar één landsgrens: met Saudi-Arabië, en ook die grens gaat voortaan dicht. [3] 
  2. (aardrijkskunde) de overgang van land naar water
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tubantia Wilco Louwes 24-05-2017
  3. De Standaard 05/06/2017 door Jorn De Cock