• land·bouw·kun·de
enkelvoud meervoud
naamwoord landbouwkunde -
verkleinwoord - -

de landbouwkundev

  1. (landbouw) (wetenschap), wetenschap van de landbouw
    • Een bio-ingenieur in de landbouwkunde. 
     In de landbouwkunde is het eerder regel dan uitzondering dat een bepaalde maatregel of techniek al wordt ingevoerd, lang voordat men weet heeft van de achterliggende processen.[1]
  1.   “Bemesting met klaver” (1 augustus 1995), NEMO Kennislink