laklaag
- lak·laag
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | laklaag | laklagen |
verkleinwoord | laklaagje | laklaagjes |
- een laag gedroogd, glimmend en hard geworden verf of email
- Bouwvak of geen bouwvak: bij het Montessori College wordt al weken hard gewerkt. De complete buitenkant van de school op het Scholeneiland bij de Sloetsweg wordt voorzien van een nieuwe laklaag.[2]
- Allereerst zullen robots zelfstandige belangen moeten ontwikkelen, dus niet het soort belang dat een auto heeft bij een nieuwe laklaag. De robot moet een doel-in-zichzelf worden, waarmee het goed of slecht kan gaan. Niet goed of slecht voor iemand anders dan de robot, maar voor de robot zelf.[3]
- lak, verf, vernis, vernislaag, verflaag, finish, glazuur, email, glazuursel
- Het woord laklaag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "laklaag" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 16-AUGUSTUS-2017,
- ↑ Volkskrant Marc Davidson bijzonder hoogleraar milieufilosofie 4 oktober 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be