kwezel
- kwe·zel
- [1] bij uitbreiding uit de betekenis "overdreven vroom iemand"
- [2] bij uitbreiding uit de betekenis "vrouw die een gelofte van kuisheid heeft gedaan", in de betekenis van "overdreven vroom iemand" voor het eerst aangetroffen in 1632 [1]
- [3] van kwezelen ww "kleinigheden doen", vergelijk Middelnederlands queteren "over onbenullige dingen praten", in de betekenis van "vrouw die gelofte van kuisheid heeft gedaan" voor het eerst aangetroffen in 1625 [2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kwezel | kwezels |
verkleinwoord | kwezeltje | kwezeltjes |
de kwezel v
- (pejoratief) iemand die zo sterk meeloopt in een bepaalde opvatting dat hij sommige dingen niet kan begrijpen
- Hij verwoestte alle natuurlijke geluksgevoel. Hij verpandde zich aan Bismarck. Hij verried zichzelf. Hij werd een burgerlijke kwezel na op de barricaden ener goede revolutie te hebben gevochten. [4]
- (pejoratief) overdreven vroom persoon
- In beide romans spelen ongetrouwde vrouwen, gebarricadeerde maagden, en godvrezende kwezels een hoofdrol. [5]
- (religie) (rooms-katholiek) (verouderd) vrouw die een gelofte van kuisheid heeft gedaan, maar niet tot een religieuze orde behoort
- Zeg Kwezelken, wilde gy dansen!
Ik zal u geven een ei.
Wel neen ik, zeî dat Kwezelken,
Van dansen ben ik vry;
'k En kan niet dansen,
'k En mag niet dansen,
Dansen is onze regel niet,
Begyntjes of Kwezelkens dansen niet. [6]
- Zeg Kwezelken, wilde gy dansen!
- [2] geen groter ezel dan een kwezelmensen handelen vaak onverstandig uit overdreven vroomheid
2. overdreven vroom persoon
- ↑ "kwezel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ kwezel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Vermeulen, M."De macht van Richard Wagner" in: "De Groene Amsterdammer" (17 juni 1950) opgenomen in:O. Vermeulen & T. Braas (eds.)Matthijs Vermeulen. Bijdragen aan De Groene Amsterdammer (juni 1946-juli 1956) op website: dbnl.org; geraadpleegd 2018-12-31
- ↑ Paemel, M. van"Mijnheer Cyriel. Over Cyriel Buysse, Nevele 29 september 1859 - Afsnee 25 juli 1932" in: Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 25 (november 2009) Cyriel Buysse Genootschap, Gent; p. 20; geraadpleegd 2018-12-31
- ↑ "Het Kwezelken." in: Willems, J.F. ed.)Oude Vlaemsche liederen. (1848) F. en E. Gyselynck, Gent; geraadpleegd 2018-12-31
vervoeging van |
---|
kwezelen |
kwezel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kwezelen
- Ik kwezel.
- gebiedende wijs van kwezelen
- Kwezel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kwezelen
- Kwezel je?
- Het woord kwezel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kwezel" herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be