Nederlands

 
Japanse kwelgeest
Uitspraak
Woordafbreking
  • kwel·geest
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kwelgeest kwelgeesten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

kwelgeest m [1]

  1. (persoon) iemand die iemand anders pest
    • De Portugees Maniche, regelmatig een kwelgeest van het Nederlands elftal op grote toernooien, had maar dik drie jaar nodig om in alle vier topcompetities te acteren. Hij werd in januari 2006 door Dinamo Moskou verhuurd aan Chelsea, waar hij maar acht duels speelde. Het seizoen daarop kwam de middenvelder uit voor Atlético Madrid, dat hem vervolgens stalde bij Inter Milaan. Na weer een jaar bij Atlético was 1. FC Köln zijn volgende halte.[2] 
    • Na de vlucht uit de woning van haar kwelgeest Wolfgang Priklopil in 2006 had de politie videomateriaal gevonden. 'De onderzoeksrechter heeft met de speurders de beelden bekeken en het materiaal als privé en niet relevant beoordeeld', zei de woordvoerder van het OM, Thomas Vecsey. [3] 
  2. (mythologie) mythisch wezen dat mensen plaagt
Synoniemen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tbantia Reemt Borcherts 06-07-2017
  3. NRC De Standaard 21/03/2016 door gjs
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be