kunstliefhebber
- kunst·lief·heb·ber
- samenstelling van kunst zn en liefhebber zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kunstliefhebber | kunstliefhebbers |
verkleinwoord |
de kunstliefhebber m
- iemand die kan genieten van kunst
- ▸ Volgens de aanklacht tegen de drie verdachten die vorige week werden gearresteerd, zou een Roemeense zakenman en kunstliefhebber interesse hebben getoond in twee van de schilderijen, een Matisse en een Gauguin.[2]
- ▸ De miljardair en filantroop stond ook bekend als kunstliefhebber. In Grand Rapids liet hij botanische tuinen en een beeldenpark aanleggen en bouwde hij een medische kliniek en theaters.[3]
- Het woord kunstliefhebber staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Joost van Egmond“Toedracht kunstroof blijft mysterie” (29-01-2013), NOS
- ↑ Weblink bron “Ondernemer Fred Meijer overleden” (26-11-2011), NOS