kummel
- kum·mel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kummel | kummellen |
verkleinwoord | - | - |
de kummel m
- (kruid) zaad van karwij, Carum carvi , meestal gebruikt in gemalen vorm
- (bloemplanten) (metonymisch) bepaald soort plant, Carum carvi
- (drinken) uit karwij, komijn en venkel bereide likeur
- [1] karwijzaad
- [2] karwij
1.
- Het woord kummel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kummel" herkend door:
49 % | van de Nederlanders; |
35 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] kummel in het Nederlands Soortenregister N
- [1] kummel op Wikidata
- [1] karwij op "Wilde planten in Nederland en België" ♣
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ kummel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "kummel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
kummel
- Zie Wikipedia voor meer informatie.