Likeuren
  • li·keur
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘alcoholische drank’ voor het eerst aangetroffen in 1601 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord likeur likeuren
verkleinwoord likeurtje likeurtjes

de likeurv / m

  1. (drinken) een drank bereid met gestookte alcohol, aangevuld met smaakstoffen en veelal ook suiker
98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]


likeur m

  1. (spreektaal) liker (op Facebook)
    «Félicitations, tu es le premier likeur
    Proficiat, je bent de eerste liker! [1]