kultura v

  1. cultuur; het patroon van menselijke activiteit en de symbolische structuren, die deze activiteiten een zekere betekenis geven met name kunst en wetenschap


  • kul·tu·ra

kultura v

  1. cultuur; het patroon van menselijke activiteit en de symbolische structuren, die deze activiteiten een zekere betekenis geven met name kunst en wetenschap
    «Kultura staví mosty mezi národy.»
    Cultuur bouwt bruggen tussen naties.
  2. (landbouw) cultuur; het verbouwen van gewassen
  3. (biologie) cultuur; op een voedingsbodem gekweekte micro-organismen
  1. civilizace v, etika v
  1. barbarství o
  1. porost
  • houbová kultura v – paddestoelencultuur
  • lidová kultura v – volkscultuur
  • kultura bakterií v – bacteriecultuur
  • ministerstvo kultury o – ministerie van cultuur