• kraak·been
enkelvoud meervoud
naamwoord kraakbeen kraakbeenderen
kraakbenen
verkleinwoord kraakbeentje kraakbeentjes

het kraakbeeno

  1. (biologie) een speciale vorm van bindweefsel met een elastisch karakter als gevolg van eigenschappen van de extracellulaire matrix
    • Kraakbeen bestaat voornamelijk uit collageenvezels in een matrix van chondroitinesulfaat. 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]