Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kraak·be·nen
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen (alleen
attributief)
verbogen kraakbenen

Bijvoeglijk naamwoord

kraakbenen

  1. uit kraakbeen bestaand
    • Haaien hebben een geheel kraakbenen skelet. 

Zelfstandig naamwoord

de kraakbenenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kraakbeen
Synoniemen

Gangbaarheid