Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • koud·vuur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord koudvuur koudvuren
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het koudvuuro

  1. (medisch) de afsterving en ontbinding van een levend organisme
    • Het koudvuur had een rottingsstank. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen