kortsnuitbeer
- kort·snuit·beer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kortsnuitbeer | kortsnuitberen |
verkleinwoord | kortsnuitbeertje | kortsnuitbeertjes |
de kortsnuitbeer m
- (roofdieren) Arctodus simus een sinds de ijstijd uitgestorven berensoort
soorten beren:
- Amerikaanse zwarte beer
- atlasbeer
- Aziatische zwarte beer
- baribal
- brilbeer
- bruine beer
- Californische grizzlybeer
- Europese bruine beer
- gobibeer
- grizzly
- grizzlybeer
- holenbeer
- honingbeer
- ijsbeer
- isabelbeer
- kamtsjatkabeer
- kaneelbeer
- kodiakbeer
- kraagbeer
- lippenbeer
- Maleise beer
- Marsicaanse bruine beer
- oessoeribeer
- Oost-Siberische bruine beer
- panda
- pandabeer
- poolbeer
- reuzenpanda
- reuzenpanda's
- Syrische bruine beer
- Tibetaanse blauwe beer +
- Het woord 'kortsnuitbeer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.