• grizz·ly
enkelvoud meervoud
naamwoord grizzly grizzly's
verkleinwoord - -

de grizzlym

  1. (roofdieren) Ursus arctos horribilis   (afkorting) van grizzlybeer
    • In Yellowstone betekende de herintroductie van de wolf in 1995 goed nieuws voor de grizzly. De wolven dunden het aantal wapitiherten drastisch uit van 19.000 tot 3.000. Hierdoor kregen bessenstruiken een kans. Deze bessen zijn een favoriete snack voor de beren als ze vetreserves voor hun winterslaap aanleggen 
     De veel agressievere Grizzly, of bruine beer, komt maar heel zelden voor in de staten aan de westkust.[1]
   1. zie: grizzlybeer   
86 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be