korfballen/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van korfballen | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | korfballen | te korfballen | ||||||
toekomend | zullen korfballen | te zullen korfballen | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gekorfbald | te hebben gekorfbald | ||||||
toekomend | gekorfbald zullen hebben | gekorfbald te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
korfballend | gekorfbald | ev. korfbal |
mv. verouderd korfbalt |
korfballe | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | korfbal | korfbalt | korfbalt | korfbalt | korfbalt | korfballen | korfballen | korfballen | |
verleden (o.v.t.) | korfbalde | korfbalde | korfbalde | korfbalde | korfbalde | korfbalden | korfbalden | korfbalden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal korfballen | zult/zal korfballen | zult/zal korfballen | zult korfballen | zal korfballen | zullen korfballen | zullen korfballen | zullen korfballen | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou korfballen | zou korfballen | zou(dt) korfballen | zoudt korfballen | zou korfballen | zouden korfballen | zouden korfballen | zouden korfballen | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gekorfbald | hebt gekorfbald | hebt/heeft gekorfbald | hebt gekorfbald | heeft gekorfbald | hebben gekorfbald | hebben gekorfbald | hebben gekorfbald | |
verleden (v.v.t.) | had gekorfbald | had gekorfbald | had gekorfbald | hadt gekorfbald | had gekorfbald | hadden gekorfbald | hadden gekorfbald | hadden gekorfbald | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal gekorfbald hebben | zal/zult gekorfbald hebben | zult/zal gekorfbald hebben | zult gekorfbald hebben | zal gekorfbald hebben | zullen gekorfbald hebben | zullen gekorfbald hebben | zullen gekorfbald hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gekorfbald hebben | zou gekorfbald hebben | zou/zoudt gekorfbald hebben | zoudt gekorfbald hebben | zou gekorfbald hebben | zouden gekorfbald hebben | zouden gekorfbald hebben | zouden gekorfbald hebben |