Nederlands

 
de kogel van een kogelpen
Uitspraak
Woordafbreking
  • ko·gel·pen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kogelpen kogelpennen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kogelpenv / m

  1. balpen
    • We zouden raar opkijken mochten de makers van Bic ons voor de rechter slepen als we ‘bic’ zeggen tegen onze kogelpen.[2] 
    • Had Van Noppen zijn uurwerk verloren? 'Toch niet', laat hij horen. 'Ik kreeg er geen cadeau bij mijn pensioen. Nochtans is dat de gewoonte voor elke agent aan het einde van zijn carrière. Ik kreeg wel een picknickzak en een kogelpen. [3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. kogelpen op website: Etymologiebank.nl
  2. de Standaard 04 NOVEMBER 2014 OM 17:00 UUR Allah is niet van iedereen
  3. de Standaard 03 JANUARI 2009 Hoofdcommissaris wacht op uurwerk
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be