ballpoint

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ball·point
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘bolpuntpen’ voor het eerst aangetroffen in 1949 [1]
  • Verkort uit het Engelse ballpoint pen (letterlijk "balpuntpen"). De vernederlandste versie hiervan luidt balpen.
enkelvoud meervoud
naamwoord ballpoint ballpoints
verkleinwoord ballpointje ballpointjes

Zelfstandig naamwoord

de ballpointm

  1. (teken- en schrijfmateriaal) een pen die de inkt met een bal of kogel op het papier overbrengt
    • Tegenwoordig schrijft men vaker met een ballpoint dan met een vulpen. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen