knise
- kni·se
- Een klanknabootsend woord (onomatopee), verwant met het Noorse werkwoord gnisse (knerpen, knarsen; wrijven)
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
knise
- onovergankelijk: giechelen
- «Barna hvisker og kniser mens vi spiser.»
- De kinderen fluisteren en giechelen terwijl we eten.
- «Barna hvisker og kniser mens vi spiser.»
giechelen om
van knise
- kni·se
- Een klanknabootsend woord (onomatopee), verwant met het Nynorske werkwoord gnisse (knerpen, knarsen; wrijven)
vervoeging | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs | knise knisa |
knise knisa |
tegenwoordige tijd | knisar | kniser |
verleden tijd | knisa | kniste |
voltooid deelwoord |
knisa | knist |
onvoltooid deelwoord |
knisande | knisande |
lijdende vorm | knisast | knisast |
gebiedende wijs | knis knisa knise |
knis |
vervoegingsklasse | Klasse 1 zwak | Klasse 2 zwak |
opmerking | optioneel | optioneel |
knise
giechelen om
knise
- gebiedende wijs van knise