kleine mutsnaaktslak
- (IPA in voorbereiding)
- klei·ne muts·naakt·slak
- verbinding van kleine en mutsnaaktslak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kleine mutsnaaktslak | kleine mutsnaaktslakken |
verkleinwoord | klein mutsnaaktslakje | kleine mutsnaaktslakjes |
- (buikpotigen) Daudebardia brevipes een roofzuchtige slakkensoort uit de familie van de Oxychilidae . De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd in 1805 door Jacques Draparnaud als Helix brevipes. Het zijn "halfnaaktslakken"; alleen jonge dieren kunnen zich volledig terugtrekken in de huisvesting. De volwassen dieren dragen de kleine, oorvormige schelp op het achterste deel van de mantel
- Het woord 'kleine mutsnaaktslak' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.