longslakken
Nederlands
behoort tot de familie Helicidae Uitspraak
- Geluid: longslakken (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- long·slak·ken
Woordherkomst en -opbouw
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | longslakken | |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de longslakken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord longslak
- meervoudsvorm als officiële benaming (buikpotigen) een orde Pulmonata
van weekdieren (Mollusca) die behoren tot de slakken (Gastropoda). In de huidige taxonomie vormen de Pulmonata een infraklasse
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
- barnsteenslakken, blinkslakken, glansslakken, kristalslakken
- naaktslakken
- aardschijfje, Amerikaanse glimslak, ammonshorentje, begroeide poelslak, bijenkorfje, boerenknoopje, bos-aardslak, bos-tolslak, bron-blaashoren, bruine poelslak, dikke poelslak, donkere glimslak, doorschijnende glasslak, duintolletje, dwergpuntje, fraaie jachthorenslak, gele kielnaaktslak, genaveld tonnetje, geribde jachthorenslak, gestippelde kielnaaktslak, gewone haarslak, gladde tolslak, grofgestreepte glimslak, grote mutsnaaktslak, heesterslak, kleine akkerslak, kleine mutsnaaktslak, kleverige poelslak, lichte aardslak, moeraspoelslak, moerastolslak, mostonnetje, oeverloofslak, oostelijke akkerslak, pastaslak, puntige blaashoren, rodedriehoekslak, rosse haarslak, scheve jachthorenslak, segrijnslak, Siciliaanse kielnaaktslak, slanke kielnaaktslak, slanke poelslak, Spaanse aardslak, steenbikker, stekelslakje, wijngaardslak, witgerande tuinslak, witte akkerslak, zandslak, zuidelijke akkerslak, zuidelijke glansslak, zwarte aardslak, zwarte kielnaaktslak, zwartgerande tuinslak, zwervende akkerslak
- barnsteenslak, behaarde grasslak, dwergkorfslak, gebandeerde wijngaardslak, gekielde loofslak, grote aardslak, leverbotslak, nauwe korfslak, zeggenkorfslak
Gangbaarheid
- Het woord 'longslakken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.