bijenkorfje
- Geluid: bijenkorfje (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
- bij·en·korf·je
- samenstelling van bij en korfje zn met het invoegsel -en-
het bijenkorfje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bijenkorf
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | bijenkorfje | bijenkorfjes |
het bijenkorfje o dim. tant.
- (buikpotigen) Spermodea lamellata een slakkensoort uit de familie van de Valloniidae . De wetenschappelijke naam van de soort werd in 1830 voor het eerst geldig gepubliceerd door John Gwyn Jeffreys
- Het woord bijenkorfje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.