• kin·der·juf·frouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kinderjuffrouw kinderjuffrouwen
verkleinwoord kinderjuffrouwtje kinderjuffrouwtjes

de kinderjuffrouwv

  1. (beroep) kindermeisje (in een huishouden)
  2. (beroep) kinderverzorgster belast met de verzorging van kinderen, en het toezicht over de kinderen in een instelling