kinderjuffrouw

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kin·der·juf·frouw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kinderjuffrouw kinderjuffrouwen
verkleinwoord kinderjuffrouwtje kinderjuffrouwtjes

Zelfstandig naamwoord

kinderjuffrouw v [1]

  1. (beroep) kindermeisje (in een huishouden)
  2. (beroep) kinderverzorgster belast met de verzorging van kinderen, en het toezicht over de kinderen in een instelling
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen