kieskeurig
- Geluid: kieskeurig (hulp, bestand)
- IPA: / kisˈkørəx / (3 lettergrepen)
- kies·keu·rig
- In de betekenis van ‘veeleisend’ voor het eerst aangetroffen in 1661 [1]
- Samenstellende afleiding van kies (stam van het werkwoord kiezen) en keur met het achtervoegsel -ig [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | kieskeurig | kieskeuriger | kieskeurigst |
verbogen | kieskeurige | kieskeurigere | kieskeurigste |
partitief | kieskeurigs | kieskeurigers | - |
kieskeurig
- niet snel tevreden met een keuze
- Zij is de kieskeurigste eetster die ik ooit heb meegemaakt.
1.
- Het woord kieskeurig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kieskeurig" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "kieskeurig" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ kieskeurig op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be