Een kerststal.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kerst·stal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kerststal kerststallen
verkleinwoord kerststalletje kerststalletjes

Zelfstandig naamwoord

de kerststalm

  1. (kerst) een voorstelling van de geboorte van Jezus met figuren van hout of gips, die vooral in katholieke gezinnen rond Kerstmis in huis te vinden is, vaak onder de kerstboom
    • De kinderen beleefden veel plezier terwijl ze de kerststal inrichtten. 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be