Een kerstbal.
  • kerst·bal
enkelvoud meervoud
naamwoord kerstbal kerstballen
verkleinwoord kerstballetje kerstballetjes

de kerstbalm

  1. (kerst) een bal die men als versiering ophangt, vaak aan de takken van een kerstboom
    • Ik heb dit jaar geen enkele kerstbal kapot laten vallen. 
enkelvoud meervoud
naamwoord kerstbal kerstbals
verkleinwoord - -

het kerstbalo

  1. (kerst) een dansfeest ter gelegenheid van de kerst
    • Het kerstbal was erg elegant en een groot succes. 
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be