Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kerk·bank
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kerkbank kerkbanken
verkleinwoord kerkbankje kerkbankjes

Zelfstandig naamwoord

de kerkbankv / m

  1. (religie) een bank in een kerkgebouw waarop een dienst kan worden bijgewoond
    • Wat gaat er na de sluiting van de kerk met de kerkbanken gebeuren? 
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be