kassamedewerkster

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kas·sa·me·de·werk·ster
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kassamedewerkster kassamedewerksters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kassamedewerksterv

  1. (beroep) vrouw of meisje met de taak de betalingen van klanten in een winkel of amusementsbedrijf te verwerken
    • De jonge kassamedewerkster werkt snel, nauwkeurig en staat de klanten vriendelijk te woord. 
     Jongens zijn vaker vakkenvuller of krantenbezorger, meisjes eerder winkelbediende of kassamedewerkster.[1]
Synoniemen
  1. kassierster, kassière, caissière
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Bijbaan levert scholier 1100 euro op” (23 juni 2010) op nu.nl