• kas·sa·me·de·wer·ker
enkelvoud meervoud
naamwoord kassamedewerker kassamedewerkers
verkleinwoord

de kassamedewerkerm

  1. (beroep) iemand die in een winkel de kassa bedient
    • De kassamedewerker werd ontslagen omdat hij geld verduisterde. 
  1. kassabediende