caissière
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cais·si·è·re
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | caissière | caissières |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de caissière v
- (beroep) vrouw of meisje met de taak de betalingen van klanten in een winkel of amusementsbedrijf te verwerken
- De jonge caissière werkt snel, nauwkeurig en staat de klanten vriendelijk te woord.
Synoniemen
Vertalingen
1. vrouw of meisje met de taak de betalingen van klanten in een winkel of amusementsbedrijf te verwerken
Gangbaarheid
- Het woord caissière staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "caissière" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[2] |
- De schrijfwijze "cassière" werd in dit onderzoek door 97 % van de Nederlanders en 88 % van de Vlamingen herkend, hoewel dit nooit een officiële spelling is geweest.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "caissière" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be