karbonade
- kar·bo·na·de
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘stuk vlees’ voor het eerst aangetroffen in 1573 [1]
- Via het Franse carbonade van het Italiaanse carbonata. De karbonade was doorspronkelijk een stuk vlees dat boven de gloeiende kolen (carboni) werd geroosterd.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | karbonade | karbonaden karbonades |
verkleinwoord | karbonadetje karbonaadje |
karbonadetjes karbonaadjes |
- (voeding) een stuk vlees van een varken, kalf of lam
- Zullen we vanavond karbonades eten?
1. een stuk vlees van een varken, kalf of lam
- Het woord karbonade staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "karbonade" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "karbonade" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
karbonade
- karbonade in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk