kamizool
- ka·mi·zool
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kamizool | kamizolen |
verkleinwoord | kamizooltje | kamizooltjes |
het kamizool o
- (kleding) vest, vooral voor mannen, traditioneel met lange mouwen en diepe zakken
- ▸ Binnen is een enorm dikke vent in een blauw kamizool aan het vertellen hoe z’n vorige hond onder de pijnstillers is bezweken.[3]
- ▸ Ik ontdeed me van vest en hemd en ook Leekens ritste zijn traingingspak open. In een mum van tijd stonden we tegenover elkaar; ons bovenlichaam enkel gekleed in een sjofel kamizool.[4]
- (kleding) soortgelijk kledingstuk voor vrouwen, borstrok
- Hij is niet gemakkelijk aan zijn kamizool
Hij is (op bepaalde punten) moeilijk in de omgang
1. mannenvest met lange mouwen en diepe zakken
- Het woord kamizool staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kamizool" herkend door:
38 % | van de Nederlanders; |
33 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ kamizool op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Drie besjes en een hondje” (10 augustus 2006), de Volkskrant
- ↑ Weblink bron Peter Vangindertael“Van onze verslaggever ter plaatse” (1 juli 1998), De Morgen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be