kafferen
- kaf·fe·ren
kafferen [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kafferen |
kafferde |
gekafferd |
zwak -d | volledig |
- vloeken en tieren zonder dat het onderwerp waartegen men vloekt genoemd wordt
- Deze onbeschofte jongeman was luid aan het schelden en kafferen.
- Het woord kafferen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kafferen" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ kafferen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be