kabinett
- ka·bi·nett
- Afkomstig van het Engelse zelfstandige naamwoord cabin of het Franse zelfstandige naamwoord cabine, die van het Latijnse zelfstandige naamwoord capanna (= hut) komen
- Verwant met het Noorse zelfstandige naamwoord kabin
Naar frequentie | > 50000 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | kabinett | kabinettet | kabinett kabinetter |
kabinetta kabinettene |
genitief | kabinetts | kabinettets | kabinetts kabinetters |
kabinettas kabinettenes |
kabinett, o
- (bouwkunde) kabinet, vertrek, zijkamertje
- (meubel) kabinet, kunstkabinet, rariteitenkabinet (grote, hoge, houten kast met deuren en laden)
- (meubel) kabinet, kabinetkast
- (kunst) kabinet, toonkamer (verzameling van kunstvoorwerpen)
- (politiek) kabinet, regering (alle ministers en de premier samen)
- [4]: utstillingsrom
- [5]: regjering
|
|
|
kabinett, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van kabinett
- ka·bi·nett
- Afkomstig van het Engelse zelfstandige naamwoord cabin of het Franse zelfstandige naamwoord cabine, die van het Latijnse zelfstandige naamwoord capanna (= hut) komen
- Verwant met het Nynorske zelfstandige naamwoord kabin
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | kabinett | kabinettet | kabinett | kabinetta |
kabinett, o
- (bouwkunde) kabinet, vertrek, zijkamertje
- (meubel) kabinet, kunstkabinet, rariteitenkabinet (grote, hoge, houten kast met deuren en laden)
- (meubel) kabinet, kabinetkast
- (kunst) kabinet, toonkamer (verzameling van kunstvoorwerpen)
- (politiek) kabinet, regering (alle ministers en de premier samen)
- [4]: utstillingslokale
- [5]: regjering
- [1]: rom
|
|
|
kabinett, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van kabinett