toonkamer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- toon·ka·mer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van toon ww en kamer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | toonkamer | toonkamers |
verkleinwoord | toonkamertje | toonkamertjes |
Zelfstandig naamwoord
- een zaal waarin koopwaar tentoongesteld staat
- Ik heb dit model niet in de toonkamer gezien.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord toonkamer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.