julinacht
- ju·li·nacht
- samenstelling van juli zn en nacht zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | julinacht | julinachten |
verkleinwoord |
de julinacht m
- een van de lange nachten in de maand juli
- ▸ Nog nooit zo'n koude julinacht: -1,6 graden in Twente[1]
- januarinacht, februarinacht, maartnacht, aprilnacht, meinacht, juninacht, augustusnacht, septembernacht, oktobernacht, novembernacht, decembernacht
- Het woord julinacht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Nog nooit zo'n koude julinacht: -1,6 graden in Twente” (Donderdag 4 juli 2019), NOS