Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • no·vem·ber·nacht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord novembernacht novembernachten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de novembernachtm

  1. een van de nachten in de maand november
     Koudste novembernacht in 18 jaar: Het koudst was het in Twente en Groningen met een temperatuur van -8.[1]
Verwante begrippen
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Koudste novembernacht in 18 jaar” (Dinsdag 29 november 2016), NOS