jeugdherberg
- jeugd·her·berg
- samenstelling van jeugd en herberg [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jeugdherberg | jeugdherbergen |
verkleinwoord | jeugdherbergje | jeugdherbergjes |
- (horeca), (toerisme) herberg, vooral voor reizende jongeren, waar relatief goedkoop kan worden overnacht en gegeten
- We overnachtten in een jeugdherberg.
- Het woord jeugdherberg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "jeugdherberg" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be